
Jurisprudentie
AZ7966
Datum uitspraak2007-02-02
Datum gepubliceerd2007-02-07
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200609278/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Datum gepubliceerd2007-02-07
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200609278/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Indicatie
Bij besluit van 7 november 2006 heeft verweerder aan [vergunninghoudster] een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het uitbreiden van een vrieshuis en verwerkingsruimte met twee bio-olie motoren en een Organic Rankine Cycle ten behoeve van de productie van groene stroom aan de [locatie] te [plaats]. Dit besluit is op 17 november 2006 ter inzage gelegd.
Uitspraak
200609278/2.
Datum uitspraak: 2 februari 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 7 november 2006 heeft verweerder aan [vergunninghoudster] een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het uitbreiden van een vrieshuis en verwerkingsruimte met twee bio-olie motoren en een Organic Rankine Cycle ten behoeve van de productie van groene stroom aan de [locatie] te [plaats]. Dit besluit is op 17 november 2006 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit heeft onder meer verzoeker bij brief van 22 december 2006, bij de Raad van State ingekomen op 27 december 2006, beroep ingesteld.
Bij brief van 22 december 2006, bij de Raad van State ingekomen op 27 december 2006, heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Bij brief van 17 januari 2007 is een nader stuk ontvangen van verweerder. Deze is aan de andere partijen toegezonden.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 23 januari 2007, waar verzoeker bijgestaan door mr. C.G.J.M. Termaat, advocaat te Eindhoven, en verweerder vertegenwoordigd door ing. F. Schothuis en J.M.T. Merkenij, ambtenaren van de gemeente, zijn verschenen.
Tevens is vergunninghoudster, vertegenwoordigd door [gemachtigde] en W.J. Bouwhuis, gemachtigden, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Ter zitting heeft vergunninghoudster gesteld dat de bouw van de twee bio-olie motoren en de Organic Rankine Cycle voor onbepaalde tijd is stilgelegd, vanwege de afschaffing van de voor dergelijke installaties geldende subsidieregeling. Zij heeft verder verklaard dat de bouw van de onderhavige installaties niet eerder zal worden hervat dan wanneer er een nieuwe subsidieregeling van kracht zal worden. De voor de bouw noodzakelijke bouwvergunning tweede fase zal dan ook niet worden aangevraagd.
Gelet op het bovenstaande overweegt de Voorzitter dat het nog geruime tijd zal duren voordat met de realisering van de onderhavige installaties een aanvang zal kunnen worden gemaakt. De Voorzitter is daarom van oordeel dat verzoeker geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening. Er bestaat derhalve aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. K. Brink, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van drs. G.K. Klap, ambtenaar van Staat.
w.g. Brink w.g. Klap
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 februari 2007
315

